Relaisbesturing (Relaismodule C17)

  1. Klik op het menu Deuren en dubbelklik op de huidige deur met de C17-module.
  2. Selecteer het tabblad Relais.
  3. Dubbelklik op het te configureren relais.
  4. Er wordt een dialoogvenster met eigenschappen voor het relais geopend.
    De eigenschappen die voor het relais kunnen worden gespecificeerd zijn:
    • Naam
    • Algemeen of Liftbesturing
      Selecteer algemeen als het relais machines moet bedienen of als het relais moet worden bediend met C18 en handzenders of in verband met het openen vanaf een antwoordapparaat (intercom).
    • NO/NC
      In de stand Normaal gesloten (NC) moet het relais eenmaal worden geactiveerd om de juiste stand in te voeren.
    • Vertraging
      Tijdverschuiving voordat het relais wordt geactiveerd.
    • Besturing
      Bij het passeren van de gemarkeerde deuren wordt het relais geactiveerd.
  5. Sluit af met Opslaan.

Relaisbesturing wordt voor elke autorisatiegroep op dezelfde manier gespecificeerd als toegang tot een deur.

Bij gebruik van Smart Call kunnen relais alleen worden aangestuurd in combinatie met Smart Call en inkomende oproepen

Bijgewerkt 18-9-2023